Mhihihihihi - 2005 AD 18-11-2005


Jiskefet stopt: nooit meer lullo's



HILVERSUM - Kees Prins klinkt gedecideerd, maar ook een beetje weemoedig: ,,Nee, ik zeg er he-le-maal niks over. Dat hebben we zo afgesproken.’’

Na 15 jaar satirische televisie van vaak ongekend geestig niveau zet Jiskefet een punt achter de samenwerking, bevestigt de VPRO. De Lullo’s, De dierenwinkel, De Sint Hubertusberg, Debiteuren, Crediteuren, Oboema en José - de herkenbare en tegelijk vervreemdende humor van Kees Prins, Herman Koch en Michiel Romeijn rest slechts het archief van de VPRO. De omroep zal daar naar eigen zeggen de komende jaren flink uit putten, opdat Jiskefet niet definitief in de vergetelheid raakt.

Het afscheid zat er volgens het drietal aan te komen. De inspiratie en bovenal de creatieve inspanning om telkens weer met een nóg authentiekere tv-reeks te komen dan het voorafgaande succes, drukte zwaar op de makers.

Soms ging het ook mis: De heeren van de Bruyne Ster over drie al te nichterige zeelieden van het gelijknamige COC-schip, werd na een aantal afleveringen afgebroken. Te flauw, luidde ook achteraf het oordeel van het trio.

Maar wie de balans na 15 jaar opmaakt, kan maar tot één conclusie komen: Jiskefet maakte unieke tv, waarin het gekkenhuis dat Nederland heet op onnavolgbare wijze werd geparodieerd en gepersifleerd: de horkerige en hersenloze corpsballen, de benepen schijtlol op de werkvloer, de peilloze platheid van de voetbaltrainer, de Groningse welzijnsdames, de intelligentsia binnen de Amsterdamse grachtengordel, de ijdele tv-presentatoren - niemand was veilig voor de rake typeringen van Jiskefet.

De Sint Hubertusberg, naar nu blijkt het afscheid van Prins, Romeijn en Koch, had alles wat Jiskefet zo eigen maakte: spijkerharde grappen, maar ook momenten van ontroering in een Nederlands verpleegtehuis. De kijker zag zijn ouders of - erger - zichzelf daar al zitten.

In die zin bewees de humor van Jiskefet één ding: de gruwelijke werkelijkheid overtreft elke fantasie. En zo zagen de samenstellers het ook graag.

Arno Gelder


Weer terug?