Mhihihihihi - 2000


Utrechts Nieuwsblad 20-03-2001


Herman Koch blijft bang voor de flop


Utrecht - In Café Hofman - een nadrukkelijk-artistiek etablissement met kroonluchters als kerstbomen, een balkon als een barok preekgestoelte, aan het plafond een levensgroot, geheel goudkleurig gespoten beeld van een masturberende engel, een kamerscherm met literaire kreten als 'Domweg gelukkig in de Dapperstraat' en een menukaart die Hofman's Honger heet (naar een roman van Leon de Winter over een aan boulimie lijdende diplomaat) en dan ook tot diep in de nacht enorme uitsmijters aanbiedt - barst iedere maand onder de bezielende leiding van de Stichting Literaire Activiteiten Utrecht (de SLAU) Het Huiskameronweer los.

In deze krant werd deze literaire serie in de laatste jaren schromelijk verwaarloosd. Gelukkig biedt deze rubriek de gelegenheid om even de schade in te halen. Gisteren werd in het bomvolle grand café als eregast Herman Koch ontvangen. Het gepeupel kent hem alleen als eenderde van het televisietrio Jiskefet, maar erudiete personen zoals zij die Circus Boekenweek lezen (dan wel schrijven) weten dat hij al járen voor de Jiskefet-successen op verdienstelijke wijze de literatuur bedreef.

Dat iedereen over zijn acteerwerk spreekt en maar weinigen over zijn boeken, stoort hem niet. "Als je voor de tv werkt, word je daar nou eenmaal voortdurend over aangesproken. Wie zich daaraan ergert, moet maar iets anders gaan doen. Ik vind dat mijn boeken al genoeg aandacht krijgen.''

In zijn alledaagse kloffie bleek Koch (47) een nóg alledaagsere meneer te zijn met een kaal hoofd, gekleed in trui en spijkerbroek. Op vertederend-verlegen toon sprak hij over de vele onzekerheden van zijn jeugd. "Ik voel mij nog steeds een dubbeltje op zijn kant. Slechts een strobreed verwijderd van de totale mislukking. Die faalangst gaat nooit meer weg.'' Uit angst voor afwijzing stuurde hij pas op zijn dertigste jaar een op zijn twintigste geschreven verhaal naar een literair tijdschrift. Dat het werd geplaatst, verbaasde hem hogelijk. Teneinde zich zo lang mogelijk aan zoveel mogelijk verplichtingen te onttrekken, verbleef hij twee jaar lang in het spotgoedkope Barcelona. Totdat de huisbaas zijn villa wilde verkopen. "Hij vroeg daar een gi-gan-tisch bedrag voor: vijfduizend gulden. Dat kon ik natuurlijk niet opbrengen.''

Zijn recentste boek, de satirische roman Eten met Emma, houdt de Amsterdamse literaire incrowd op droogkomische toon een ontluisterende spiegel voor. Tot grote hilariteit van alle aanwezigen spraken de auteur en interviewer Ruben van Gogh over de hoofdpersoon, ene Martin, die zich in Barcelona vestigt op aandringen van zijn uitgever. "Een reizende auteur, die denken ze te kunnen marketen als De Nieuwe Jack Kerouac.''

Martins roman flopt echter, in tegenstelling tot het debuut van zijn vriendin waarin - nota bene - Martins geploeter ultra-realistisch wordt beschreven. Het boek - waarvan Koch de eerste twee pagina's voorlas - begint met de prachtzin:"Er bestaat geen grotere verschrikking dan het succes van een ander.'' Terwijl Emma's Connie Palmen-achtige roem als een kankergezwel voortwoekert, kan Martin slechts tandenknarsend toekijken.

Na de pauze sprak de ene veelschrijver met de andere: Ed van Eeden interviewde de Vlaming Peter Verhelst. Ook Verhelst bleek met onzekerheid te tobben. De vele literaire prijzen die hij ontving, maken weinig indruk op hem: "In België heeft ieder dorp wel een prijsje.'' Hij hoopt aldoor 'de perfecte roman' af te leveren. "Dat lukt nooit, dus begin ik steeds weer opnieuw. Zo word je van de straat gehouden.'' Waarna ook hij met een dankbaar applausje werd beloond. Want bescheiden mensen, die zien we hier graag.


Weer terug?