Mhihihihihi - 1995


Studentenkrant Februari 1995


Het is een beetje kwajongenslol


Ik begrijp niet dat 't zo'n hype is. Het lijkt wel de Scientology Church. Een sekte. Kees Prins (38) is oprecht verbaasd over de grote populariteit van het TV-programma Jiskefet. Ik had het gewoon niet verwacht. Van het begin af maakt hij deel uit van het trio Jiskefet. Hij kruipt in de huid van pappa Willy en schrijft brieven aan zijn zoon Capriccio. Maar de grootste roem verwierf hij met zijn immitatie van Swiebertje.

Jiskefet gaat nu zijn vijfde seizoen in en de heren hebben er nog steeds lol in. Ze maken wat ze zelf leuk vinden en de kijkers worden steeds enthousiaster. Wat wil je nog meer? Ja, dat is een heel prettig gevoel. Je bent bij alles wat je verzint heel erg onzeker of de mensen het wel leuk zullen vinden. Je maakt het allemaal met een idee: als ik dit zou zien op televisie, zou ik het dan leuk vinden? Je kan er alleen maar naar gissen. Ik denk dat het veel goed heeft gedaan dat we vorig seizoen voor publiek zijn gaan spelen. Dan moet het direct bij de mensen aanslaan. Dat werkt stimulerend. Absoluut. Je hoeft er minder hard aan te trekken. Bij de eerste opmerking merk je hoe zo'n zaal reageert. Vanaf dat moment ga je tegen het publiek inspelen. Even wat meer geven, dan weer even inhouden. Je improviseert van alles.

Dat werkt bij ons heel goed. Het is echt een lot uit de loterij dat we elkaar gevonden hebben. Alles is gebaseerd op de chemie van ons drieën. Ik weet niet he het werkt en ik wil het ook niet weten.

Inmiddels is de eerste Jiskefet-fanclub opgericht. De Stoffige Doos. Ik schrik er een beetje van. Ik begrijp niet dat mensen zo ver gaan dat ze bijvoorbeeld een Jiskefet-avond organiseren. Dat zou ik nooit doen.

Het is opmerkelijk dat het met name jongeren - en dan vooral mannen - zijn die zich een kriek lachen om Jiskefet. Ja het is ook wel een beetje kwajongenslol. Misschien dat jongeren flexibeler zijn van geest. Jongeren zijn ontvankelijker. Of misschien is het gewoon hele kinderachtige humor. Nee. Jongeren zijn helemaal niet kinderachtig. Hij lacht beschaamd.

Vernieuwen

Vorig seizoen werd Jiskefet verweten te teren op oud succes. Vorig seizoen al? Hij kijkt bedenkelijk voor zich uit. Teren op oude successen... Het blijft stil. Nee, dat vind ik niet. Waarom niet? Omdat het niet zo is! (lacht) Waarom is het wèl zo? Tja, dat vindt onder andere Tom Rooduyn in de NRC. Dat moet híj weten. Je mag het leuke figuur of de goede situatie die je in het vorige seizoen hebt bedacht toch nóg wel een paar keer doen? Je hoeft toch niet altijd maar te vernieuwen? Waar dàt vandaan komt weet ik niet. Is dat een wet ofzo? Bovendien vind ik dat we wel steeds met vele nieuwe dingen komen. Dus ik vind die uitspraak eigenlijk niet waar.

Gaan jullie dit seizoen wéér dezelfde sketches doen? Nee, De Dierenwinkel zit er niet meer in. En Oboema en José ook niet. Wat dat betreft zijn we ons enorm aan het vernieuwen. Het is nog helemaal niet duidelijk wat het wordt. Dat zijn we nu aan het bedenken. Geen flauw benul? Nee, we zijn net twee dagen bezig met verzinnen. En wanneer moeten jullie het weten? Over eh... een week. Lukt dat? Het zal wel moeten.

Hoe lang nog Jiskefet? Hij staart naar het plafond en rommelt met z'n plastic bekertje. Geen idee. We leven echt per seizoen. Aan het einde daarvan bekijken we of we nog genoeg energie en ideeën hebben.

We denken ook aan een bescheiden tourneetje in wat kleinere zalen. Zij boeken niet het hele jaar vol, zodat er op korte termijn nog wat valt te regelen. Ik denk dat we per avond veel zullen veranderen. Dan weer eens een act erin en een andere eruit. Alhoewel het ook wel zijn charme heeft om steeds hetzelfde te spelen. Dan kan je zo'n act slijpen. Hij valt even stil en verzucht dan: Ik zeg dit nu wel, maar we hebben het nog nooit gedaan. Dus ik weet eigenlijk helemaal niet hoe dat gaat.

Wat ik goed vind? Ik heb daar geen lijstje van. Maar Ook dat nog is bijvoorbeeld heel irritant. Die mensen zitten te zemelen over kleinburgerlijke flauwekul, onzin, consumentenprobleempjes. Ik vind de mensen die het spelen erg slecht. Ik vind de mensen die het schrijven erg slecht. Heel erg makkelijk. Misschien is dat nog wel het irritantste. Zij denken gewoon dat ze elke week zo'n programma kunnen maken. En je ziet dat ze dat niet redden. Want daar moet je langer over nadenken.

Toch kijkt half Nederland er naar. Ja, daar verbaas ik me niet meer over. Dan kom je echt met vraagtekentjes te staan. Ik begrijp niet waarom bepaalde programma's leuk worden gevonden. Misschien moet je ervan uitgaan dat je publiek debiel is. Dat doet Ook dat nog bijvoorbeeld. Zij denken: Ik maak nu eenmaal een programma voor debielen enneh... negentig procent van de bevolking is debiel, dus daarom kijken er zoveel mensen naar. Of de mensen die het maken zijn debiel. Dat kan ook nog.

Geilen

Wat vind ik goed? Ik kijk graag naar Amerikaanse B-films. Ik kijk graag naar slechte programma's want dan kan ik me lekker zitten opwinden. Door daarnaar te kijken kan ik erachter komen waarom iets slecht, of goed is. Bij de goede programma's kom je er meestal nooit achter.

Ischa Meijer vind ik erg goed. En Theo van Gogh. Zij eisen van hun geïnterviewde dat ze eerlijk zijn. Karel de Graaf vind ik het ergste wat er is. Ik begrijp niet dat mensen dat een goede journalist vinden. Ik vind het een weekdier. Een slak. Dan zit ik te kijken en dan denk ik man, vraag nou eens iets. Wil je eigenlijk wel iets weten? Vind je dat hij er een beetje voor zichzelf zit? Kees trekt een vies gezicht. Ja, dat hij gewoon een beetje eeeh, een beetje lekker zit te geilen met die gasten. Dat hij denkt van: nou, die heb ik toch maar lekker in mijn programma zitten. En een beetje slijmen. Vooral laten blijken dat hij op hetzelfde niveau zit als degenen die hij heeft gevraagd. Zo van: ja, ja, dat heb ik ook ja.

Kwetsbaar

Je hebt eens over je tijd op de Kleinkunst-akedemie gezegd: Al die lessen waarin je op zoek moet naar jezelf zijn doodeng. Als je op zo'n school komt zit je vol met persoonlijke blokkades. Die blokkades staan een open manier van toneelspelen in de weg. Zij moeten allemaal opgeruimd worden. Het is eigenlijk alsof je naar een psychiater gaat. Niemand geeft zich graag bloot. Niemand stelt zich kwetsbaar op. Dus je komt in een behoorlijke identiteitscrisis terecht. Een onthutsende tijd. Je wordt constant direct aangesproken op wie je bent. En dat wie je bent niet goed is. Hoezo: niet goed?

Nou..., nu gaan we héél diep hoor. Peinzend kijkt hij naar de rookwolk van zijn sigaret. Pas als die vervlogen is, vervolgt hij. Je hebt een zelfbeeld opgebouwd uit oppervlakkige dingen. Dus dingen van de buitenkant. De manier waarop je wel of niet kwaad wordt en de manier waarop je wel of niet suiker in je koffie doet. Daarmee kom je zo'n school binnnen. Je hebt heel duidelijk het gevoel dat je weet wie je bent. En vervolgens moeten al die oppervlakkige dingen eraf. Zodat je ook nog op een andere manier je kopje koffie kan drinken.

Dus eigenlijk wordt je afgebroken tot op de kern. En van daaruit ga je weer een nieuwe persoonlijkheid opbouwen. Ja, je zelfbeeld, ik vind het een vreselijk woord, verandert. En dat is heel griezelig en tegelijkertijd heel bevrijdend.

Is het een versneld proces waar je in terecht komt? Iets waar andere mensen jaren over doen? Nee, andere mensen komen er helemaal niet aan toe. Of je moet iets vreselijks meemaken. Je bent niet zo snel geneigd om je persoonlijkheid te veranderen. Dat hoeft ook helemaal niet. Lachend: Als je meubels maakt kan je gewoon door blijven timmeren. Toch?

Is dat proces nu afgelopen? Nee! Daat gaat altijd dorrrrr (zwaar Rotterdams accent) Je vult het steeds weer in met andere dingen van de buitenkant. Want dat is het enige wat je hebt. Zo nu en dan kom je opeens op dingen terecht die je niet kan spelen. Dan moet je toch weer ergens door heen. Ik regisseer nog veel op de Kleinkunst-akademie, en als een gedeelte niet loopt, zeg ik: oké, dan spelen we het stuk eerst op zijn slechtst. Dan komt opeens die scène tevoorschijn. Maar om die stap te nemen, tja, dan moet je ja af en toe vermannen.

Droom

Wat wil je nog meer? Ik wil - maar dat is allemaal zó cliché - een film schrijven. Ik wil nog een keer een toneelstuk schrijven. En ik wil nog een keer een musical schrijven en regisseren. En ik wil ook nog eens een boek schrijven. Dus je blijft altijd actief? Ja, wat moet ik anders doen? Misschien ga ik schilderen als ik oud en bejaard ben. Of je gaat ergens een huisje kopen en niets doen? Ja, dan moet je wel geld hebben! Mmmmmh. Stilte. Dan op z'n Jiskefets: Het is geen vètpot hoor! Maar... wie weet, met al die commercials? En heb je al enig idee waar het boek over zal gaan? Ik heb wel ideen. Maar ik geloof dat het Hemmingway was die ooit zei: If you say it, you lose it.


Wendy Traa


Weer terug?