Mhihihihihi - Top Gear

09-05-2008 Met dank aan: Topgear Magazine


Michiel Romeyn - Zandvoort


Toen ik niet zo lang geleden over een pikdonker circuit van Zandvoort met 230 km/u racete, gelukkig met Jan Lammers achter het stuur, schoten er dromerige gedachten door mijn hoofd. Zo’n circuit is voor mij als een oudere oom die je hoogstens twee keer in de zoveel jaar ziet. En dan blijkt bij het terugzien dat het zo’n aardige man is en bij het weggaan weer het bekende: ‘We bellen gauw!’ (Wat er natuurlijk nooit van komt.)

Maar als je elkaar dan weer toevallig tegen komt, voelt dat weer als vanouds. Het leven heeft oom door de jaren heen wel de nodige littekens toegebracht, soms bijna fataal. Hij is nog altijd zeer gevat en vol levenslust, hij trekt af en toe met zijn been maar dat is juist wel weer stoer. Ja, zo’n rare vergelijking heb ik altijd bij het circuit van Zandvoort. Toen Jan met een kleregang de pitstraat inreed, kletterde hij bijna op het meest onbenullige, engste dameskapperautootje dat ooit op een Japanse tekentafel is ontworpen. Zelfs spetterende reclamestickers konden hem niet veel sportiever krijgen.

Met open mond heb ik zeker een minuut verbouwereerd om het autootje heen gelopen en bedacht me dat er de laatste jaren een trend is ontstaan op de Japanse tekentafels, dat misschien wel een competitie is om wie het meest seniele, truttige autootje kan ontwerpen. Er zijn veel kandidaten. Daihatsu kwam met een wel heel erg sterke trutlijn, met als pronkstuk de Grand Move.

Mijn oudtante en haar vriendin uit Winterswijk kregen, dankzij de Daihatsu, eindelijk een hele sterke identiteit, want rijdend in haar vaalrode Opel Ascona was het toch al die jaren vlees noch vis geweest. Zij stonden eindelijk weer eens ergens voor, met hun spiksplinternieuwe Grand Move - en dat zag je ook. Ik heb haar nog nooit zo zelfverzekerd en stralend achter het stuur zien zitten. Met naast haar die lieve, wat timide tante Corry, en achterop een nieuw blinkend visje dat hun christelijke achtergrond uitstraalde. Je zou zelfs kunnen stellen dat het Japanse merk hen door een jarenlange identiteitscrisis had geholpen. Ze kwamen er op familiebijeenkomsten zelfs vlot voor uit dat ze al veertig jaar een lesbische verhouding hadden (net alsof de familie dat niet allang al wist) en ze waren niet de enigen.

Je zou kunnen stellen dat de truttigheid na de retroperiode weer helemaal in is, dat truttigheid weer mag. Niemand hoeft zich meer te schamen. Ik denk zelfs dat de nieuwe truttigheid niet door Jan Peter Balkenende werd geïntroduceerd, maar door een tig aantal vooraanstaande automerken.

Laten we eerlijk zijn: een Japanse auto was vijftien jaar geleden het laatste waarin je gezien wilde worden. Er staat me nog een journaalbeeld bij van een stel uitbundige nichten, enkel gehuld in g-strings, die met gebronsde lichamen dansten op de muziek van Frankie Goes to Hollywood. Een zomer lang cruisden zij over de boulevard van Scheveningen op het dak van een crèmekleurige Toyota Corolla. De auto en de nichten waren toen nog niet verontrustend, dat werd vlot weggeschoven als zijnde ‘camp’. We hebben ze nooit meer terug gezien na dat incident met een paar Marokkaanse boefjes.

Maar er dreigde toch een soort gevaar en dat werd wel degelijk bewaarheid. Ons land heeft het fenomeen geaccepteerd en zelfs omarmd. Hoe truttiger en burgerlijker, hoe beter, en het enge is dat het niet alleen bij de Japanse automerken bleef. Zoals dat wel vaker gaat kunnen de andere merken het er niet bij laten zitten. De Fransen hebben nu de Renault Kangoo en de Citroën Berlingo, de Italianen de Lancia Ypsilon. We noemen dit ook wel eens gekscherend de Kabouter Plop-serie.

De lijn zet zich niet alleen door in de auto-industrie, maar het is intussen heel hip om een huis te bewonen in de grachtengordel, bij een chique notariskantoor te werken, de kinderen in zo’n fietsende larvenbak.nl naar de Vrijschool te duwen, op zaterdagochtend bij de Lidl en de Aldi de boodschappen te doen om vervolgens met het hele gezin, plus opa en oma, voor veel geld bij een afgelast concert van Frans Bauer in de viplounge gezien te worden met een glunderende Albert Verlinde en Onno Hoes (uniek, want die wil eigenlijk niet met Albert gezien worden).

Dan komt het moment waar het eigenlijk allemaal om gaat, het project waarin ontzettend veel geld, tijd, stress en een bijna faillissement aan te pas is gekomen: de bloedstollende races op het circuit van Zandvoort! En daar staat ze dan, in de pits, je eigen vrouw in een P.C. Hooftstraat-outfit met een zonnebril die wel drie keer in de suikerpot heeft gehangen, met de uitstraling van Victoria Beckham - met die verveelde kop en die blik van ‘heb ik iets van je aan?’

Je zwager, die als enige aandacht voor je heeft, heeft de stopwatch in zijn hand. Hij weet tenslotte door wat voor hel je bent gegaan om hier vandaag te mogen presteren. En daar ga je dan als eerste de Tarzan-bocht in, je Swift laat Daphne, Albert, Lange Frans, Michiel, Lex Harding, Wouter, Rita, André, Jan Peter, GTST, de Gouden Kooi, Bokito, en Geert ver achter je. Je hoort in het voorbijgaan nog net de speaker dat Vanessa dertig keer over de kop is gegaan. Ze is heel venijnig aan twee kanten geplet door haar twee pleegkinderen. Hans heeft haar persoonlijk uit het wrak gezaagd, niks aan de hand, wel heel hard gelachen.

En daar gaan ze voor nog een rondje, de BN’ers in tweehonderd geruisloze Swiftjes. Zo veel moois en zo veel plezier, bedankt Suzuki.


Michiel Romeyn


Weer terug?