Mhihihihihi - Top Gear

01-11-2007 Met dank aan: Topgear Magazine


Michiel Romeyn - Buggy


Ik was tien jaar en ik kreeg hem voor mijn verjaardag. Dat was niet mis want mijn ouders wisten dat ik geheel geobsedeerd was door de Buggy. Dat kwam omdat een bekende Nederlandse ontwerper er eentje uit de Verenigde Staten had laten komen. De ontwerper woonde aan de overkant van de Stadionkade, dat heette dan ook ‘de goudkust’. Nog veel chiquer dan de grachtengordel.

Elke dag stonden wij als jongetjes ademloos te kijken naar de Dune Buggy. Hij was rood met een verchroomde rollbar en een uitlaatstelsel van veertien meter aan kronkelige darmen met aan het eind twee trechtervormige uitlaten, net zo, dus, als echte darmen. Het spektakel zat hem echter in de achterwielen, die kwamen regelrecht van een Formule 1-racewagen, Formule 1-wagens die bemand werden door Jacky Stewart en Jacky Ickx.

De Buggy die ik voor mijn verjaardag kreeg, was een oranje glitterende van het Amerikaanse speelgoedmerk Cox, dezelfde fabriek die ook lijnvliegtuigjes maakte, geen echte, maar een gillend projectiel die je kon besturen met twee lijntjes, maar die stante pede binnen twee seconden spectaculair als een kamikaze zich de grond in boorden. Ik heb er minstens drie versleten. De Buggy van Cox heeft zich, helaas, nooit ergens spectaculair in kunnen boren om de eenvoudige reden dat de motor het nooit heeft gedaan, terwijl ik ‘s nachts wel twintig keer met mijn broer de motor in en uit de buggy haalde en schoonmaakte (want de leverancier zei dat ze nogal stofgevoelig waren). Nog jaren heeft hij in mijn jongenskamer op de plank gestaan als de ultieme auto.

Er zijn weinig auto’s die zo’n compacte lijn hebben als de Dune Buggy. Daarbij gingen ook de verhalen rond dat je behalve een VW-motor ook een Porsche-motor in de Buggy kon zetten en zoals vaak werd het ontwerp door een paar technische meloenkwekers uit Californië bedacht en in een schuurtje in elkaar gezet.

Het chassis was dat van een ingekorte Volkswagen Kever, met daarop een polyester koetswerk. Ze zullen zelf wel nooit geweten hebben dat ze verhoudingsgewijs en ontwerptechnisch een van de mooiste ontwerpen ooit gemaakt hebben. Later zijn er wel duizenden variaties op gemaakt zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Ruska, die na een redelijke kopie de lolbroek ging uithangen. Ze maakten een soort Ollie B. Bommel-achtige variant, en een Buggy met vastzittende koplampen in de carrosserie (met een hoog Bart Smit-gehalte) en zo kan ik nog wel even doorgaan. Franse, Italiaanse, Duitse Buggy’s: maar geen was er zo mooi als die van de Californische meloenenkweker. Ze staan nog steeds op Marktplaats, de neppers. Volgens mij is het geen midlifecrisis, maar als je ouder wordt, worden dingen van vroeger helderder, herinneringen sterker.

Ik wil dingen van vroeger goedmaken. Ik word kortom hebberiger wat vaak niet prettig is, maar vaak ook wel. Het kwam omdat iemand mij attendeerde op Marktplaats.nl waar je alles kunt kopen. Omdat ik niet zoveel met computers heb, maar toch door mijn omgeving er achtergezet wordt om niet helemaal als analfabeet door het leven te gaan, begon mijn vrouw (zij was lerares, en ook op die toon) mij op speelse wijze wijs te maken in computerland. ‘Wat vind je nou leuk om op te zoeken?’ riep ze opgewekt.

Ik zei: ‘Toets Buggy maar eens in.’

‘Hoe schrijf je dat?’ Toen kwamen er duizend kinderwagens op ons beeldscherm en uiteindelijk, verdomd, tientallen fantasiemodellen, hele mooie, maar opgetuigd alsof het racewagens waren. Heel veel mensen die er echt nooit een moer van begrepen hebben, met veel knuffels en stickers opgetuigd. Helaas heb ik weinig van de schoonheid van de oer-Buggy’s gezien.

Internet ging verder en ik ook. Ik keek wat achteloos in autobladen, naar Mini’s, Fiat 500 en meer van dat al. Het was van de zomer, een warme dag. Ik fietste in de buurt van het Weteringcircuit in Amsterdam, in een flits als in een stripverhaal, even wrijvend in mijn ogen, een schicht die snel weer oploste in het verkeer. Ik erachteraan met een noodgang en met ongezond fanatisme reed ik achter een van de mooiste geplastificeerde achterwerken ooit. Bij de Munt had ik de Buggy te pakken. Buiten adem tetterde ik tegen de bestuurder waar hij deze Buggy vandaan had.

Hij zei iets van: ‘Deez ies va horo. Moeie ien dee buur van Ernhem zien. Doa moaken ze diez modelletjis. Moeie kieken bij www hort-ot.nl.’ Verbijsterd liet hij me achter. Iets na de Munt heb ik hem met hetzelfde fanatisme werkelijk klem gereden. En zei op een keurige manier dat ik hem niet goed kon verstaan door de verkeersherrie, mijn excuses. Na hem geattendeerd te hebben iets duidelijker te praten kwam er uit dat hij hem had gekocht bij Hotrod in Doetinchem. Na drie dagen zoeken op internet naar deze Hotrod bleek het te gaan om Hotrod in Doesburg. Het zal toch niet waar zijn dat ze daar inmiddels in de kassen meloenen kweken.


Michiel Romeyn


Weer terug?